Vragen en antwoorden over regiogerichtheid (2018)
Publicatie | 16-10-2018
Antwoorden op aanvullende vragen die in 2018 door 1 vergunninghouder zijn gesteld. De vragen zijn geanonimiseerd.
Voor de beantwoording van deze vraag verwijst Agentschap Telecom naar de tekst van artikel 4, vierde lid van de NLCO-vergunningen:
4. De vergunninghouder houdt een administratie bij waaruit blijkt dat hij op de dag van uitzending ten minste het percentage als bedoeld in het eerste lid haalt, welke regiogerichte programma-elementen hiertoe meetellen, de onderbouwing daarvan en wat de duur van die regiogerichte programma-elementen is.
De administratie betreft dus de regiogerichte programma-elementen en alleen voor zover nodig om het vereiste regiogerichtheidspercentage te halen. Zie onderstaande toelichting van het Verlengbaarheidsbesluit die ook is aangehaald in de brief van Agentschap Telecom over de administratieplicht regiogerichtheid van 12 juli 2018:
Bij het houden van een dergelijke administratie hoeft de vergunninghouder niet verder te gaan dan nodig is om te voldoen aan de regio-eis. Als het percentage regiogerichtheid gehaald is, hoeven de resterende programma-elementen niet meer geanalyseerd te worden. Dat zou immers een onnodige administratieve last opleveren.
Overigens moet de vergunninghouder de netto-zendtijd per uur wel voor ieder uur meenemen om het percentage regiogerichtheid te kunnen berekenen. Zie hiervoor onderstaande toelichting die ook is aangehaald in de brief van Agentschap Telecom over de administratieplicht regiogerichtheid van 12 juli 2018:
Tot slot moet uit de administratie op inzichtelijke wijze naar voren komen hoe u op basis van de duur van de als regiogericht aangemerkte programma-elementen het regiogerichtheidspercentage berekent over het gehele tijdvak tussen 07.00 en 19.00 uur en/of per uur indien u de zogenaamde ‘50%-regel’ toepast.
Als de vergunninghouder de geboorteplaats heeft verkregen van de artiest/ tekstschrijver/ componist of diens management, volstaat onderstaande vermelding:
Bron navraag artiest of bron navraag tekstschrijver etc.
Als de vergunninghouder de geboorteplaats heeft verkregen via openbare bronnen op internet, volstaat onderstaande verwijzing:
Bron wikipedia.nl/ bron muziekencylopedie.nl/ bron jansmit.nl etc.
Het is hierbij niet nodig om de volledige URL (dus de vindplaats op de website) te vermelden. Als Agentschap Telecom bij de controle van de administratie tot een ander oordeel komt dan de vergunninghouder over de regiogerichtheid, of twijfelt aan bepaalde programma-elementen, dan is het aan de vergunninghouder om aan te tonen dat de in zijn administratie vermelde gegevens juist zijn. In die gevallen zal Agentschap Telecom de vergunninghouder vragen een nadere onderbouwing te geven, bijvoorbeeld door aanvullend bewijs van een geboorteplaats aan te leveren. Die onderbouwing moet dan blijken uit een schriftelijk stuk, bijvoorbeeld e-mailcorrespondentie of een verklaring op papier.
Nee, dat is op dit moment niet mogelijk. Uit artikel 4, (vierde en vijfde lid) van de vergunning volgt dat de vergunninghouder een administratie moet bijhouden en bewaren. Dat betekent dat de administratie die Agentschap Telecom opvraagt als zodanig bij de vergunninghouder aanwezig moet zijn. Daar wordt de aanlevertermijn op afgestemd. Desondanks merkt het agentschap naar aanleiding van deze vraag het onderstaande op.
Allereerst neemt het agentschap de suggestie van de vergunninghouder om een vordering van de administratie in de ochtend te doen ter harte. Voor wat betreft zijn verzoek ten aanzien van de aanlevertermijn, die door de inspecteur op 2 uur was gesteld, merken we op dat de hiervoor genoemde vergunningvoorschriften leidend zijn. Maar Agentschap Telecom wil uit een oogpunt van redelijkheid niet geheel voorbijgaan aan mogelijke praktische aspecten. Het agentschap zal dan ook bezien of in de toekomst een iets ruimere termijn kan worden geboden voor het aanleveren van de administratie.