Richtlijnen en eisen

Fabrikanten, importeurs en verkopers van radioapparaten, moeten de Europese eisen uit de Radio Equipment Directive (RED) en de EMC-richtlijn volgen. 

Radioapparatenrichtlijn

In de RED, in Nederland ook bekend als de Radioapparatenrichtlijn (2014/53/EU), staan eisen die ervoor zorgen dat apparaten: 

  • andere apparatuur niet onacceptabel veel storen;
  • voldoende immuun zijn voor storende signalen;
  • geen gevaar vormen voor de gezondheid en veiligheid;
  • efficiënt en effectief gebruikmaken van het radiospectrum.

Daar komen vanaf 1 augustus 2025 eisen voor de cyberveiligheid bij (zie ook RED 3.3). Deze eisen zijn opgenomen in de Telecommunicatiewet en onderliggende regelgeving. Wanneer radioapparatuur voldoet aan alle eisen, brengt u als fabrikant de CE-markering aan. Daarmee mag het product binnen de Europese Unie in de handel worden gebracht.  

De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) controleert, achteraf (vaak steekproefsgewijs of op basis van storingsmeldingen) of de producten die in de handel zijn gebracht daadwerkelijk aan de eisen voldoen.

RED 3.3 en Cyber Resilience Act (CRA)

De Radio Equipment Directive, artikel 3.3 (RED 3.3) en de Cyber Resilience Act (CRA) zijn beide belangrijke reguleringen binnen de Europese Unie die gericht zijn op het verbeteren van de cybersecurity en het beschermen van gebruikers in een steeds digitaler wordende wereld. De RED 3.3 richt zich specifiek op de cybersecurity van radioapparatuur en heeft als doel ervoor te zorgen dat radioapparatuur veilig en betrouwbaar is in gebruik. De Cyber Resilience Act heeft een breder bereik en richt zich op de beveiliging van digitale producten en diensten in het algemeen. De CRA van toepassing op alle producten met digitale elementen. 

Stoor- en immuniteitseisen

Elk apparaat veroorzaakt een bepaalde hoeveelheid storing om te kunnen functioneren en moet bestand zijn tegen een beetje storing. In de Radioapparatenrichtlijn wordt voor deze eisen verwezen naar de EMC-richtlijn (2014/30/EU). Deze eisen voorkomen dat uw apparaat stoort of gestoord wordt. Voorbeelden van storingen zijn lampen die gaan knipperen, of draadloze verbindingen in de buurt die niet meer werken. 

Er zijn verschillende manieren om te bepalen of een apparaat niet teveel stoort en voldoende immuun is. De meest gebruikte route is die van Europees geharmoniseerde normen. Deze normen worden gemaakt door Europese normalisatieorganisaties als ETSI en CENELEC. Daarna worden ze geharmoniseerd en gepubliceerd.

Gebruikt u als fabrikant geharmoniseerde normen, dan heeft uw product het vermoeden van overeenstemming met de Radioapparatenrichtlijn. Ook kunt u gebruik maken van een Notified Body. De Notified Body stelt dan de conformiteit van uw product vast. In bepaalde gevallen kunt u zelf een beoordeling van het product doen. Deze opties zijn er ook voor de spectrum-, veiligheids- en gezondheidseisen.

Veiligheidseisen

De veiligheidseisen voor zend- en ontvangstapparaten zijn gekoppeld aan de Laagspanningsrichtlijn (2014/35/EU). Door deze eisen te volgen, voorkomt u gevaarlijke situaties. Denk aan ontploffingsgevaar, brandgevaar, elektrische schokken en lichamelijk letsel.

Gezondheidseisen

De gezondheidseisen gaan over de elektromagnetische velden van apparaten. Elektromagnetische velden worden ook wel straling genoemd. De straling moet altijd onder de voor de apparatuur geldende blootstellingslimieten blijven.

Cyberveiligheid

Deze eisen gaan over bescherming van het netwerk, bescherming van privacy van de gebruiker en bescherming tegen fraude. Vanaf 1 augustus 2025 gelden deze eisen.