Algemene bepalingen voor vergunningen
Grondslag voor vergunningvoorschriften
Voor een optimale verdeling en een doelmatig gebruik van frequentieruimte, kunnen beperkingen en voorschriften aan een vergunning worden verbonden. Waar deze betrekking op kunnen hebben, staat in het Frequentiebesluit 2013. Bijvoorbeeld voorschriften om storing op andere frequentiegebruikers te voorkomen.
Opnieuw verlenen van vergunningen
Vergunningen worden verleend voor een bepaalde termijn. De hoofdregel is dat vergunningen die verdeeld zijn via een veiling of vergelijkende toets (schaarse vergunningen) na deze termijn opnieuw worden verdeeld, tenzij de minister van Economische Zaken besluit dat een dergelijke vergunning kan worden verlengd vanwege maatschappelijke, culturele of economische belangen of het belang om de overgang van analoge naar digitale techniek te bevorderen. Het initiatief voor het nemen van een verlengingsbesluit, met daarin de verlengingstermijn en voorwaarden, ligt bij de minister. Vervolgens kunnen vergunninghouders een verlengingsaanvraag indienen. Voor de beslissing om vergunningen al dan niet te verlengen, weegt de minister verschillende belangen af. Denk hierbij aan de borging van publieke belangen die zijn gekoppeld aan de schaarse vergunningen en het bieden van kansen aan nieuwe partijen om toegang te verkrijgen tot het spectrum.
Voor vergunningen die zijn verleend op volgorde van binnenkomst van de aanvraag (niet-schaarse vergunningen), is de hoofdregel voor verlenging tegenovergesteld. Deze vergunningen worden in beginsel van rechtswege telkens met vijf jaar verlengd. Dit geldt echter niet voor de gevallen die zijn vermeld in de Regeling categorieën niet-automatisch voortrollende vergunningen.
Overdracht van vergunningen
Vergunningen zijn geheel of gedeeltelijk overdraagbaar, mits de minister van Economische Zaken hier toestemming voor heeft gegeven. Indien een vergunning geheel wordt overgedragen, kan de minister de voorschriften en/of beperkingen die aan de vergunning zijn verbonden, wijzigen. Dit kan ook in geval van een gedeeltelijke overdracht, maar in dat geval wordt er ook een nieuwe vergunning verleend aan de verkrijgende partij.
Weigeren, intrekken en wijzigen van vergunningen
Waar vergunningen kunnen worden verleend, kunnen ook vergunningaanvragen worden geweigerd of vergunningen worden ingetrokken. De redenen hiervoor staan limitatief opgesomd in de Telecommunicatiewet. Weigeren van vergunningverlening moet bijvoorbeeld wanneer verlening in strijd is met het Nationaal Frequentieplan (NFP) of de Mediawet 2008. Daarnaast kan dit onder meer als uit een eerder aan de aanvrager verleende vergunning blijkt dat hij niet aan de verplichtingen voldeed. Het intrekken van vergunningen moet onder meer wanneer de houder hierom vraagt of kan bijvoorbeeld als hij de vergunningvoorschriften niet nakomt of de veilingprijs niet betaalt.
Hiernaast bestaat de mogelijkheid om een vergunning te wijzigen wanneer een intrekkingsgrond aan de orde is op basis waarvan kan worden ingetrokken. In deze gevallen kan ook worden besloten om over te gaan tot gedwongen verkoop van de vergunning. Wijzigen van de vergunning kan daarnaast ook op aanvraag van de vergunninghouder.