Vragen en antwoorden veiling laag 6

Er wordt alleen een veiling gehouden als het aantal vergunningen dat voor een bepaald allotment is aangevraagd, hoger is dan het aantal vergunningen dat voor dat allotment beschikbaar is. Bijvoorbeeld: als er voor allotment 1 meer dan 18 geldige aanvragen worden ingediend, dan wordt er voor dat allotment een veiling gehouden. Als er 18 of minder geldige aanvragen zijn voor allotment 1, dan wordt het aantal aangevraagde vergunningen voor allotment 1 tegen verleningskosten verleend aan de betreffende aanvrager(s). In dat geval is er geen schaarste en wordt er voor dat allotment geen veiling gehouden. Hierbij geldt dat een aanvraag geldig is, als aan alle vereisten van de Regeling aanvraag- en veilingprocedure digitale radio-omroep DAB+ laag 6 wordt voldaan.

U moet tegelijk met het indienen van een aanvraag een waarborgsom storten of een bankgarantie afgeven. Het storten van een waarborgsom of het afgeven van een bankgarantie dient u dus te doen tijdens de aanvraagperiode van 20 juni 2024 tot en met 31 juli 2024 en niet pas bij de veilingfase. De hoogte van de bankgarantie of waarborgsom is € 2.000,- per aangevraagde vergunning. Stel dat u een aanvraag indient voor drie vergunningen, dan moet u een waarborgsom storten of een bankgarantie afgeven van € 6.000,-.

U kunt de waarborgsom storten op bankrekeningnummer (IBAN) NL41INGB0705001199 BIC INGBNL2A, ten name van Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Rijksinspectie Digitale Infrastructuur, Directie Mens en Middelen, onder vermelding van ‘Veiling DAB laag 6’.

In de vergunning is opgenomen dat een programmakanaal met dezelfde naam in maximaal drie aaneensluitende allotments mag worden uitgezonden. De reden voor dit voorschrift is om ervoor te zorgen dat de vergunningen voor DAB+ laag 6 daadwerkelijk voor lokale omroep worden gebruikt.

Voor het indienen van een aanvraag vereist de RDI ten minste één geldige toestemming van het CvdM. Als u na de verdeling meerdere vergunningen heeft waarvoor volgens het voorschrift onder een programmakanaal met een andere naam uitgezonden moet worden, heeft u ook meerdere toestemmingen van het CvdM nodig. Als dat nodig is wordt u in de gelegenheid gesteld om de benodigde toestemming(en) van het CvdM te verkrijgen.

Het kan voorkomen dat u een aanvraag indient voor drie vergunningen voor drie aaneensluitende allotments en dat u na de verdeling twee vergunningen voor twee niet aaneengesloten allotments verkrijgt. Strikt genomen betekent het vergunningsvoorschrift dat u alleen met een toestemming van het CvdM kan volstaan voor maximaal drie aaneensluitende allotments en dat u in dit geval twee toestemmingen van het CvdM nodig heeft. De RDI overweegt dat dit onevenredig voor u kan uitvallen. In zo’n geval zal u ook kunnen volstaan met één toestemming van het CvdM voor de verkregen twee niet aaneengesloten allotments. Hiervoor moet wel sprake zijn dat uw aanvraag betrekking had op drie aaneengesloten allotments.

We willen u er ook op wijzen dat het CvdM de toezichtskosten voor elke toestemming apart berekent en dat het uitzenden van een programmakanaal onder een andere naam een gewijzigd programma-aanbod hoort. De vergoeding voor twee toestemmingen voor bijvoorbeeld twee allotments zal in de regel hoger zijn dan voor één toestemming voor twee allotments. Voor meer toelichting hierover kunt u contact opnemen met het CvdM.

Een belangrijk document om vooraf te lezen is de Regeling aanvraag- en veilingprocedure digitale radio-omroep DAB+ laag 6. Als u een geldige aanvraag heeft ingediend, en er vindt een veiling plaats, krijgt u een aantal weken voor de veiling van de RDI de benodigde inloggegevens en een biedershandleiding toegezonden.¹ Daarnaast  wordt u uitgenodigd om deel te nemen aan een proefveiling. Tijdens deze proefveiling krijgt u de gelegenheid kennis te maken met het veilingsysteem en kunt u eventueel nadere vragen stellen. Ten slotte kunt u belangrijke informatie vinden op de website van de RDI.

¹ Een geldige aanvraag betekent dat de aanvraag niet buiten behandeling is gesteld, niet is afgewezen of op grond van artikel 3.18 van de Telecommunicatiewet niet is geweigerd.

De eisen waaraan een aanvraag, dan wel de aanvrager moet voldoen staan in de Regeling aanvraag- en veilingprocedure digitale radio-omroep DAB+ laag 6. Zie voor het aanvraagformulier bijlage 1 bij de Regeling. Let erop dat u alles juist en volledig invult. Zie in dit verband ook de aanvraaghulp veiling DAB+ laag 6 .

Het gebruikte veilingmodel is de discrete klokveiling met exitbiedingen.

De veiling wordt gehouden via een elektronisch veilingsysteem en werkt in de praktijk als volgt:

In de aanvraagfase heeft een deelnemer aangegeven hoeveel vergunningen hij maximaal in een bepaald allotment wil verwerven. Als zijn aanvraag volledig en goedgekeurd is en er is schaarste, wordt hij vervolgens toegelaten als veilingdeelnemer.

In de eerste ronde van de veiling is het totaal aantal aangevraagde vergunningen de vraag van deze veilingdeelnemer. De prijs is voor alle vergunningen gelijk. In de eerste ronde is die prijs € 0,- per vergunning. In de eerste ronde kan de veilingdeelnemer zijn vraag nog niet verlagen.

In de tweede en volgende ronden zal de rondeprijs per vergunning telkens verhoogd worden. De veilingdeelnemer moet dan via het elektronisch veilingsysteem steeds bevestigen of hij het gevraagde aantal vergunningen tegen de aangegeven rondeprijs (per vergunning) wil verwerven of dat hij zijn vraag wil verlagen. Dat wil dan zeggen dat hij een kleiner aantal vergunningen tegen de gevraagde prijs wil hebben. Dit is zijn bod. Een bod in de zin van deze veiling betreft dus altijd het aantal vergunningen dat een veilingdeelnemer wil verwerven tegen de geldende rondeprijs per vergunning.

Een belangrijk kenmerk van dit veilingmodel is dat een veilingdeelnemer zijn bod (vraag) ten opzichte van een vorige ronde alleen kan handhaven of verlagen. Hij kan zijn bod nooit verhogen.

Na elke ronde wordt gekeken of de totale vraag van alle deelnemers nog hoger is dan het totaal aantal beschikbare vergunningen. Is dat het geval, dan wordt de volgende ronde aangekondigd. Bij iedere ronde wordt de prijs gradueel verhoogd door de veilingmeester. 

Let op:  Als  een veilingdeelnemer zijn bod (het aantal gevraagde vergunningen) wil verlagen met één (of meer) vergunningen, dan brengt hij ook een exitbod uit voor iedere vergunning waarmee hij zijn vraag verlaagt. Dit bod wordt in (hele) euro’s gedaan en moet tussen de oude rondeprijs en de nieuwe rondeprijs in liggen. Bij een verlaging van zijn vraag met meer dan één vergunning, moet de veilingdeelnemer voor iedere verlaging een apart exitbod indienen.

Zodra een deelnemer zijn vraag verlaagt naar nul betekent dit praktisch gezien dat hij niet meer deelneemt aan de veiling.

Stel: een deelnemer verlaagt zijn bod van vier naar twee vergunningen, dan brengt hij twee afzonderlijke exitbiedingen uit voor de vergunningen waarmee hij het bod verlaagt heeft. De exitbiedingen zijn bedoeld om te kunnen bepalen welke veilingdeelnemers de vergunningen verwerven die ‘overblijven’ na de laatste ronde. Alleen als de totale vraag van alle veilingdeelnemers tezamen onder het aantal beschikbare vergunningen uitkomt, zal gekeken worden naar de exitbiedingen. De overblijvende vergunning(en) gaan dan naar de deelnemer(s) met het hoogste exitbod of de hoogste exitbiedingen.

De veiling eindigt als aanbod en vraag overeenkomen. Dus als het totaal aantal gevraagde vergunningen van alle deelnemers na een bepaalde ronde gelijk of lager is dan het aantal vergunningen dat geveild wordt.

Als het totaal aantal gevraagde vergunningen in de laatste ronde gelijk is aan het aantal vergunningen dat wordt geveild, dan winnen alle deelnemers het aantal vergunningen gelijk aan hun vraag in die laatste ronde. Zij betalen daarvoor per vergunning het bedrag gelijk aan de rondeprijs in die laatste ronde. Alle vergunningen kennen dus dezelfde prijs.

Als het aantal gevraagde vergunningen in de laatste ronde lager is dan het aantal vergunningen dat wordt geveild dan winnen alle deelnemers in de laatste ronde het aantal vergunningen gelijk aan hun gevraagde aantal in die laatste ronde. De resterende vergunning of vergunningen wordt of worden gewonnen door de deelnemer of deelnemers met het hoogste exitbod of de hoogste exitbiedingen.

Als er voor de laatste te vergeven vergunning(en) meerdere exitbiedingen zijn die exact gelijk zijn aan elkaar dan wordt middels loting bepaald welke deelnemer of deelnemers die vergunning(en) verkrijgt of verkrijgen. De loting wordt automatisch uitgevoerd door het elektronisch veilingsysteem. Als er in deze veiling vergunningen worden toegewezen middels een exitbod of exitbiedingen, dan betalen alle veilingdeelnemers uiteindelijk per vergunning de prijs van het laagste winnende exitbod.

Bij de start van een veiling is niet bekend hoe lang de veiling gaat duren. Dit is afhankelijk van het aantal bieders, het biedgedrag en het aantal biedronden.

Een voorbeeld ter verduidelijking (met fictieve bedragen):

Stel: een deelnemer heeft voor een bepaald allotment vier vergunningen aangevraagd. In de eerste ronde is de prijs vastgesteld op € 0,- per vergunning. In de tweede ronde wordt de prijs verhoogd naar  € 5.000,- per vergunning. De deelnemer vindt dit acceptabel en is bereid € 5.000,- per vergunning te betalen. Zijn bod van vier vergunningen blijft dus hetzelfde (dit betekent een totaalbedrag van € 5.000,- x 4 = € 20.000,-). In de derde ronde wordt de prijs per vergunning verhoogd naar € 6.000,- per vergunning. Dat vindt de deelnemer te veel, hij zou dan voor vier vergunningen in totaal € 24.000,- moeten betalen. Hij wil voor dit bedrag twee vergunningen, wat zou betekenen dat de deelnemer totaal € 12.000,- moet betalen. Hij verlaagt dus zijn bod met twee vergunningen. Omdat de deelnemer zijn bod verlaagt, is hij verplicht om voor de beide vergunningen waarmee hij zijn bod verlaagt ook een exitbod te doen. Dit bod moet minimaal gelijk zijn aan de prijs van 1 vergunning in de voorgaande ronde (in dit voorbeeld € 5.000,- per vergunning) en lager dan de prijs in de huidige ronde (in dit voorbeeld € 6.000,-). In dit geval zou het exitbod bijvoorbeeld € 5.400,- per vergunning kunnen zijn. Dat is dan het maximale bod waar hij 4 vergunningen voor wil verwerven. Daarnaast brengt de deelnemer een exitbod uit waarvoor hij drie vergunningen wil verkrijgen, bijvoorbeeld € 5.800,-. Iedere keer wanneer de deelnemer zijn bod (dus het aantal vergunningen dat hij voor die prijs (per vergunning) wil hebben verlaagt, brengt de deelnemer per vergunning ook een exitbod uit. Dit gaat zo verder tot de veiling eindigt.

Een deelnemer mag op maximaal het aantal vergunningen waarvoor de deelnemer is toegelaten tot de veiling voor het betreffende allotment een bod uitbrengen.

Na afloop van de aanvraagperiode stelt de RDI per allotment vast of de aanvrager wiens aanvraag voor deelname aan de veiling in behandeling is genomen voldoet aan de (financiële) eisen, zoals opgenomen in de Regeling en of er geen redenen zijn om de aanvraag te weigeren op grond van artikel 3.18 van de Telecommunicatiewet. De beoordeling van de aanvragen neemt enige tijd in beslag. Aanvragers ontvangen na afloop van deze beoordeling bericht over hun aanvraag.

Als de noodzaak van veilen voor een bepaald allotment is vast komen te staan, deelt de RDI de betreffende aanvragers dit schriftelijk mee. Zij worden dan deelnemers genoemd. Bij de mededeling wordt ook aan de deelnemers bekendgemaakt hoeveel deelnemers er voor een bepaald allotment in totaal zijn. De identiteit van de deelnemers wordt niet bekend gemaakt.

Als wordt vastgesteld dat de beschikbare vergunningen in een bepaald allotment worden geveild, informeert de RDI de deelnemers ook over een proefveiling. Deze proefveiling vindt een aantal dagen voor de daadwerkelijke veiling plaats. Tijdens deze elektronische proefveiling, vergelijkbaar met de echte veiling, krijgen deelnemers de mogelijkheid om te oefenen met de veilingsoftware. Daarnaast kunnen deelnemers kennis nemen van de procedures rondom de veiling en vragen stellen.

Tijdens de veiling wordt de e-mailbox zeer regelmatig gecontroleerd. Het versturen van een e-mailbericht verloopt via verschillende servers. Dit betekent dat er geen garantie gegeven kan worden over de snelheid waarmee een bericht ontvangen wordt. Er zal zo spoedig mogelijk handmatig een ontvangstbevestiging verstuurd worden. We raden u daarnaast aan altijd een e-mailbericht te sturen met de optie ontvangstbevestiging aan. Tevens kunt u telefonisch melden op het daarvoor bestemde telefoonnummer dat u een e-mailbericht heeft verstuurd.

De veilingmeester kan door middel van het elektronisch veilingsysteem zien of u verbindingsproblemen heeft. Als er geen enkele communicatie meer mogelijk is, kan de veiling tot nader order worden opgeschort. U kunt hierbij denken aan algemene uitval van de telecommunicatie-infrastructuur.

Als wordt vastgesteld dat de beschikbare vergunningen in een bepaald allotment worden geveild, informeert de RDI de deelnemers zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk twee weken voor de veiling over de vertrouwelijke informatie met betrekking tot inlogcodes etc. Voor de proefveiling verstrekt de RDI deze informatie apart en  voorafgaand aan de proefveiling.

Nee. Met de verstrekte inloggegevens kunt u op één computer tegelijkertijd inloggen. Wel kunt u verschillende computers van tevoren inrichten voor gebruik tijdens de veiling. Mocht onverhoopt één computer niet meer werken gedurende de veilingprocedure, dan kan overgeschakeld worden naar een andere, gereedstaande computer.

Ja. Iedere deelnemer heeft de keuze om bekend te maken of hij deelneemt aan de veiling of hieraan wil deelnemen. In de Regeling is hierover geen verbod opgenomen. Als een deelnemer deelname bekend wil maken, moet hij dit wel aan alle deelnemers van de veiling bekendmaken. Een deelnemer kan er ook voor kiezen om zijn deelname vooraf of tijdens de veiling niet bekend te maken. Deelnemers aan de veiling zijn gebonden aan de bepalingen in artikel 19 van de Regeling. De minister maakt niet bekend wie deelnemen aan de veiling. Alleen het aantal deelnemers wordt bekendgemaakt.

Nee. Er wordt geen gebruik gemaakt van een digitale handtekening. De verificatie van een bieder vindt plaats door in te loggen in het veilingsysteem. De bieder controleert zijn bieding, dient vervolgens de bieding in via het elektronisch veilingsysteem en bevestigt deze in het veilingsysteem.

Nee. Nadat een bieding door de bieder is bevestigd is hij onherroepelijk en onvoorwaardelijk aan zijn (exit)bod gebonden. Zie ook artikel 21 van de Regeling.

Ja, tenzij de veilingmeester kiest voor een ronde met een vooraf aangekondigde vaste eindtijd (zie artikel 24, derde lid, van de Regeling). Als de veilingmeester hiervoor kiest, dan stelt de veilingmeester de deelnemers aan de veiling voorafgaand aan de ronde via het elektronisch veilingsysteem op de hoogte.

Als een deelnemer binnen de gestelde tijd geen bod uitbrengt, maakt hij geen kans meer om de vergunning te verkrijgen. Dat is de hoofdregel. Deelnemers krijgen bij de start van de veiling echter twee verlengingsrechten, zodat een deelnemer maximaal twee keer de mogelijkheid heeft om een bod, dat anders wellicht te laat ingediend zou zijn, toch nog in te dienen.

Mocht een verlengingsrecht worden gebruikt dan is dit tevens een signaal om de volgende keer op tijd de bieding in te dienen. Twee verlengingsrechten (dat wil zeggen: twee waarschuwingen) worden aan elke deelnemer gegeven. Het is aan de deelnemers zelf om tijdig hun biedingen in te dienen. Zie ook artikel 25 van de Regeling en het antwoord hieronder over extra verlengingsrechten.

Nee. De veilingmeester mag niet meer verlengingsrechten toekennen dan de Regeling bepaalt. In artikel 25, tweede lid, van de Regeling is aangegeven dat een deelnemer twee verlengingsrechten heeft. Daarbij tellen verlengingsrechten niet mee die verbruikt zijn in een biedronde die opnieuw wordt gehouden op grond van artikel 18 of artikel 20.

De exacte percentages of bedragen waarmee de rondeprijzen worden opgehoogd, worden voorafgaand aan de veiling niet bekend gemaakt.

Ja. Na afloop van de veiling wordt de naam en het verschuldigde bedrag van de winnende deelnemers met alle deelnemers gedeeld. Zie ook artikel 29 van de Regeling. Daarnaast wordt deze informatie gepubliceerd op de website van de RDI.

De veiling eindigt als het totaal aantal gevraagde vergunningen van alle deelnemers tezamen na een bepaalde ronde gelijk is aan, of lager is dan, het aantal vergunningen dat geveild wordt.

Als het aantal vergunningen waarop is geboden, gelijk is aan het totaal aantal beschikbare vergunningen voor het betreffende allotment, worden alle in de laatste biedronde gedane biedingen als winnende biedingen aangemerkt. Als het aantal vergunningen waarop is geboden kleiner is dan het totaal aantal beschikbare vergunningen voor het betreffende allotment, worden alle biedingen die zijn gedaan in de laatste biedronde, gevolgd door de hoogste exitbiedingen die in de voorafgaande biedronde zijn gedaan op de resterende vergunningen aangemerkt als winnende biedingen. Als twee of meer exitbiedingen gelijk zijn, en onvoldoende vergunningen overblijven om elk van deze exitbiedingen als winnende biedingen aan te merken, vindt het aanmerken van deze exitbiedingen als winnende biedingen plaats door middel van een loting. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het elektronisch veilingsysteem. Zie artikel 28 van de Regeling.