Veelgestelde vragen over lokale digitale radio
Uitzending
Nee, als u een FM-vergunning heeft dan moet u op DAB+ gelijktijdig en ongewijzigd hetzelfde programma uitzenden als op FM (simulcast).
Aandachtspunten die belangrijk zijn voor het uitrollen van uw DAB+ zender
In de Telecommunicatiewet (Tw) staat dat een radioapparaat aan bepaalde eisen moet voldoen. DAB+ en FM-zenders vallen daaronder.
In het Besluit Radioapparaten 2016 zijn de eisen en richtlijnen waaraan een radioapparaat moet voldoen, uitgewerkt. Daarin staat onder andere dat de fabrikant en/of importeur moet zorgen voor een CE-markering en voor een verklaring van overeenstemming (Declaration of Conformity) van het radioapparaat dat hij op de markt brengt).
Bent u vergunninghouder dan moet u de frequentieruimte vanaf 1 september 2025 in gebruik nemen. Om een minimale verzorging te garanderen zijn in de vergunning eisen gesteld aan de minimale veldsterkte.
Deze veldsterkte eisen worden in twee termijnen van kracht, vanaf 1 september 2025 en vanaf 1 september 2026 en zijn:
- vanaf 1 september 2025 een geografische verzorging van 60% mobiele ontvangst en een demografische verzorging van 50% binnenontvangst;
- vanaf 1 september 2026 een geografische verzorging van 90% mobiele ontvangst en een demografische verzorging van 75% binnenontvangst.
Vanaf 1 september 2026 geldt een hogere veldsterkte eis dan vanaf 1 september 2025. Zo heeft u als vergunninghouder meer tijd om de verzorging van het netwerk na de eerste ingebruikname verder te verbeteren.
Als er minder dan zes vergunningen in een allotment zijn verleend, kunt u bij ons een verzoek indienen om af te wijken van de verplichte veldsterkte eisen.
Geografische en demografische verzorging
Bij de veldsterkte eisen wordt onderscheid gemaakt in geografische verzorging en demografische verzorging. De geografische verzorging betreft het oppervlakte percentage van het allotment waar mobiele ontvangst mogelijk is. De demografische verzorging betreft het percentage van de populatie binnen het allotment die de mogelijkheid heeft tot binnenontvangst. De veldsterktewaarden voor mobiele ontvangst en binnenontvangst zijn verschillend.
Mobiele ontvangst en binnenontvangst
De veldsterktewaarden voor mobiele ontvangst en binnenontvangst zijn verschillend en zijn respectievelijk vastgesteld op 60 dBµV/m en 66 dBµV/m op 10 m hoogte voor 50% van de tijd en plaats bij een referentiefrequentie van 200 MHz. In de praktijk zal een afwijkende centrumfrequentie worden gebruikt, afhankelijk van het vergunde frequentieblok, waarbij de vereiste veldsterkte eveneens zal afwijken. De voorgeschreven veldsterkte behorend bij het vergunde frequentieblok vindt u in onderdeel A.3.5.2 van Appendix 3.5 van annex 2 van GE06.
Om te bepalen of aan de vereiste veldsterktes wordt voldaan, hanteren wij een rekenmethode voor het berekenen van de vereiste veldsterktes voor de geografische en demografische verzorging. Deze rekenmethode, gebaseerd op GE06, is opgenomen in de bijlage van de vergunning.
Neem hiervoor een bandfilter op in uw zender en antenne-installatie. Voor de meeste allotments is spectrummasker 2 voorgeschreven. Alleen voor kanaalnummer 12D geldt spectrummasker 3.
Een bandfilter onderdrukt het uitgangsspectrum van een DAB+ zender zodat het spectrum voldoet aan de curve van het spectrummasker. Zonder een bandfilter of met een slecht bandfilter kunnen de nabuurkanalen flink worden verstoord.
Er zijn veldsterktelimieten in de vergunning opgenomen omdat het frequentiekanaal ook in andere (naburige) allotments wordt gebruikt. Binnen deze veldsterktelimieten ondervindt een andere vergunninghouder geen storing van uw zender(s). Houdt u bij het uitrekenen van het uitgestraalde vermogen van een opstelpunt rekening met deze limieten.
De veldsterkte wordt bepaald op 10 meter hoogte.
* Deze veldsterktenorm is gebaseerd op 50% plaats- en 50% tijdsafhankelijkheid.
** Deze veldsterktenorm is gebaseerd op 50% plaats- en 1% tijdsafhankelijkheid.
Antennesystemen met relatief hoge vermogens op een relatief geringe hoogte kunnen in de nabijheid van het opstelpunt hoge veldsterktewaarden veroorzaken. Een (te) hoge veldsterkte kan problemen geven met de ontvangst van andere zenders in de nabije omgeving van de zender die de hoge veldsterkte veroorzaakt. Als een ontvanger buiten het gewenste signaal een zeer sterk signaal ontvangt zal de gevoeligheid van de ontvanger degraderen (blocking) met als gevolg dat het gewenst signaal mogelijk niet meer hoorbaar is. Daarnaast kan een hoge veldsterkte allerlei andere problemen op het gebied van elektromagnetische compatibiliteit (EMC) veroorzaken.
Dit voorkomt u met een meerlaags, bij voorkeur minimaal 4-laags, antennesysteem dat bestaat uit dipoolantennes en/of kleine yagi-antennes. De verticale openingshoek van een 4-laags antennesysteem is vele malen kleiner dan een enkellaags antennesysteem, waardoor de nabije veldsterkte lager wordt. Verder weg gelegen DAB+ zenders zijn hierdoor goed te ontvangen in de buurt van het zenderopstelpunt.
Antennesystemen (zowel DAB als FM) worden vaak ontworpen in software waarbij de omgeving als ideaal wordt verondersteld. In de praktijk is de omgeving nooit ideaal. Zo moet een antenne ergens aan vast gemaakt te worden en meestal is ook de omgeving niet mee gesimuleerd.
Als u een DAB+ antennesysteem plaatst tussen het FM-antennesysteem dan voldoen beide systemen niet meer aan de specificaties waarvoor ze zijn ontworpen. Deze plaatsing beïnvloedt van beide systemen zowel het stralingsdiagram als de antenneversterking (gain). Het effect kan onder andere zijn dat u de verzorging van uw eigen FM-zender aantast of het verzorgingsgebied van een andere vergunninghouder verstoort.
Wij gebruiken deze gegevens o.a. voor het berekenen van de theoretische veldsterktelimieten die in uw digitale vergunning zijn opgenomen. Het is belangrijk dat u de daadwerkelijke parameters van de zender(s)op tijd doorgeeft. De gegevens zijn nodig voor het oplossen van storingen en het houden van toezicht. Dit geldt later ook voor een eventuele wijziging van de zenderparameters en opstelpunt(en).
Wilt u binnen de termijn van vier weken nadat de vergunning is verleend uw DAB+ zender(s) in gebruik nemen? Meld dit dan bij ons voordat u de DAB+ zender(s) inschakelt.
Professionele zenderoperators hebben de afgelopen jaren veel ervaring en kennis opgedaan met het aanleggen van DAB+ zendernetwerken. U kunt daar baat bij hebben. Zo is het theoretisch doorrekenen van de benodigde radiodekking zonder over de gestelde veldsterktelimieten heen te gaan geen eenvoudige klus. Een professionele zenderoperator kan u hierbij ontzorgen. Maak bij het inschakelen van een zenderoperator goede afspraken over de kwaliteit van zijn werk. U blijft als individuele vergunninghouder verantwoordelijk voor naleving van de vergunningsvoorschriften.